Lekken

Oei.
Heisa op het stadhuis.
De krant bracht de cijfers naar buiten over de financiële tekorten die dreigen voor Almere.
De cijfers waren door de wethouder gemeld tijdens een geheim fractievoorzittersoverleg.
Nu de gemeente alle luiken heeft dicht gegooid, sijpelt het nieuws natuurlijk toch door de kieren naar buiten.
En dat publiceren we. Als er twee bronnen hard zijn.
Tot grote woede van raadsleden en gemeente.
Mijn telefoon en app ontploften zowat met hen aan de lijn.
Iedereen wilde weten wie er naar mij gelekt had.
Barbertje moest hangen.
De druk werd behoorlijk op me opgevoerd.
“Ja, maar het is voor ons heel belangrijk als we weten wie er lekt.”
“Je loopt de fractievoorzitters voor de voeten.”
“Degene die gelekt heeft, kan een boete krijgen en gevangenisstraf. En jij schrijft het op. Dus jij bent ook schuldig.”
Mijn standaardantwoord is in dit soort situaties altijd:
“Ik neem mijn bronnen mee mijn graf in.”
Daarna proberen ze me nogmaals tot een antwoord te verleiden.
“Maar tegen mij kan je het toch wel zeggen…”
Nee dus.
Waarna ik het gesprek beëindig met:
“Op mijn grafsteen komt te staan: ‘Hier ligt Robert in de grond, ook daar houdt hij zijn mond’.”…

Coronafietsen

“We gaan elke dag fietsen”, verordonneert mijn vrouw Jessica. “Hier zijn de fietsroutes in Almere. Kies er maar een uit.”
Ze overhandigt me twee boekjes met routes die ze bij de VVV heeft gehaald.
Knooppuntroutes.
“Ik kies voor de ‘vogelvluchtroute’ richting de Oostvaardersplassen.
Al na het tweede knooppunt 60 gaat het mis. We kunnen met geen mogelijkheid nummer 62 vinden.
Wel 63.
Via een enorme omweg vinden we nummer 72.
We rijden enthousiast de Oostvaardersplassen in via de Kotterbosweg.
Een prachtig gebied.
Maar het Jan van den Boschpad linksaf is afgesloten. Dus we fietsen vrolijk verder richting knooppunt 6.
Na een flink aantal kilometers stoppen we vertwijfeld. Kunnen we nog wel ergens linksaf naar de dijk voor de terugweg.
“Als je doorfietst kom je in Lelystad”, zegt een wielrenner die ik staande houd, “jullie zijn al halverwege en er zijn geen afslagen meer.”
Terug is dus het devies.
Bleek dat we de hele route met forse wind mee hadden gefietst.
Na drie kwartier mopperend stoempen tegen de wind in komen we weer bij de flat aan.
Jessica stort amechtig op de bank neer.
“Me benen”, roept ze uit.
Ik duik de koelkast in voor een biertje.
“Morgen weer?, vraag ik haar.
Dat bleek de verkeerde vraag.…

Zwijgen

Er zijn krachten in het stadhuis die willen dat de Floriade niet meer in de gemeenteraad besproken wordt.
Daar kan ik me wel wat bij voorstellen.
Er wordt namelijk in de raad nooit meer iets leuks besproken over de Floriade.
Het is een en al ellende, ruzie, achterklap en vooral… grote onduidelijkheid.
Ik ben ervan overtuigd dat er geen raadslid is dat nog begrijpt hoe het evenement in elkaar steekt.
Afgelopen donderdagavond was er een debat over de Floriade.
Alleen de PVV en de PvdD zeiden wat.
Ja, en ook de wethouder. Maar die vindt het geweldig hoe het nu met de Floriade gaat. Hij heeft het volste vertrouwen in het evenement.
Wel een leuk vraagje: wethouder snapt u het nog?
Maar dat laat ik buiten beschouwing.
Alle andere partijen zwegen bij het debat.
En wanneer zwijgen politici?
Als er stront aan de knikker is.
Of als ze iets niet snappen.
Het gaat in de raad nu alleen nog maar over het spelletje rond de Floriade, maar niet over wat er werkelijk speelt.
Zolang je, zoals nu, alle luiken dichthoudt, is elk kiertje nieuws.
Ik zeg daarom… als je de shit toch wel gaat krijgen, kan je beter de deuren meteen open zetten.…

Wegsturen…. een rotgevoel

“Ik kan soms niet anders dan een leerling de klas uitsturen”, zegt juf Ankie, een van de deelnemers aan het gesprek dat ik voer met leerkrachten van basisscholen over onderwijs.
“Dat heb ik ook”, voegt een Marie-Trees toe. “Ik geef zo nu en dan een time out aan een kind. Dat plaats ik dan in een andere klas. “Dat geeft mij rust, zodat ik me met de andere kinderen kan bezig houden.”
Ik kijk de groep leerkrachten aan.
Ik begrijp hen, maar ik heb er geen begrip voor.
Zwijgend blijf ik kijken.
Er valt een pijnlijke stilte.
“Hoe was het vroeger, toen jullie kind waren. Toen je door je vader of moeder weggestuurd werd naar je kamer? Hoe voelde dat?”
Het blijft stil.
“Hoe voelt het nu in je relatie als je ruzie hebt. En je partner snauwt je toe ‘ik wil je nu niet meer zien.”?
Het blijft stil in de groep.
Het voelt ongemakkelijk.
En ik denk voor hen ook.
“Dat is geen vergelijking”, sputtert Ankie.
“De kern is ‘wegsturen’ ”, zeg ik, “hoe voelt het om weggestuurd te worden. Hoe voelt dat voor jullie? Hoe voelde dat vroeger en hoe voelt dat nu?”
“Dat voelt niet goed”, zegt Ferry, een van de leerkrachten.
“Hoe voelt een kind zich dan als het door jou wordt weggestuurd?”, vraag ik.
“Ik denk gewoon rot”, knikt Ferry.
“Waarom stuur je een kind dan weg?”, vraag ik. “Wil je een kind een rotgevoel geven?”
“Het is misschien meer voor mezelf”, zegt Marie-Trees. “Dat ik even rust krijg om de groep weer op de rails te krijgen.”
“Bedoel je daarmee dat we kinderen wegsturen voor onszelf?”, vraagt Ankie.
“Ik denk het wel”, zegt Ferry. “Toen ik thuis mot had met mijn vrouw, zaten we allebei te mokken in een aparte kamer. Dat was een klote-gevoel.”…

45 km

Schrijver“Man schiet op”, mopper ik als ik langs de Mc Donalds van Stad naar Haven rijd. Voor ons sukkelt een
grote Toyota, licht slingerend, voort.
“Kijk nou”, zegt mijn vrouw Jessica, “hij heeft een 45 km-bordje achterop.”
Nu zie ik het ook.
De Toyota die twee keer zo groot is als onze Skoda, is een 45 km-karretje. Met brommerplaatje en een nummerbord waarop staat ‘Aranka.’
“Wat is dit voor flauwekul”, roep ik ongeduldig uit.
“Dit mag tegenwoordig”, legt Jessica uit. “Je mag je auto laten ombouwen tot 45 km-karretje. Je hebt dan geen rijbewijs nodig en de auto hoeft zelfs niet APK-gekeurd te worden.”
Ik kijk in mijn spiegel. Achter ons rijdt een forse rij auto’s met bestuurders die minstens zo ongeduldig kijken als ik.
“Ik ga der langs”, roep ik. “Ik wil voor het donker thuis zijn.”
Vol overtuiging ga ik over de doorgetrokken streep. Het is per slot van rekening overmacht.
Nijdig druk ik op de claxon.
Achter het stuur van de 45 km-Toyota zit een pukkelgezicht van nauwelijks 16 jaar.
Met het spreekwoordelijke petje.
Hij geeft mij nadrukkelijk de middelvinger.
Bij een grote-mensen-auto horen grote-mensen-gebaren.…

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Youtube