Mijn Journalistieke biografie

Het leukste op mijn middelbare school was mijn schijfschrift dat ik altijd bij me had. Stiekem een beetje pielen achter de rug van de leerling die voor me zat. Voor mijn opstellen haalde ik nooit hoger dan een zes. De leraren konden niet echt waarderen wat ik op papier zette.

In de vijfde klas viel het een meisje dat een keer naast me zat op, dat ik stiekem schreef. ‘Wil je in de redactie van de schoolkrant’, schreef ze op een briefje dat ze me doorschoof.
Een week later zat ik op een kamertje in de Apollolaan van het meisje, met vijf andere leerlingen: de schoolkrantredactie.
Ik kreeg de opdracht een stuk te schrijven over de roeivereniging die onze school had. Roeien? Ik had er geen verstand van. Dus schreef ik de roeivereniging naar huis. Met als resultaat dat ik een week later de schoolkrantredactie weer mocht verlaten. Moest verlaten.
Gelukkig waren daar nog mijn schriftjes.

Lerarenopleiding
Ik slaagde en ging naar de lerarenopleiding aan de VU. Nederlands en geschiedenis. Ja Nederlands, het vak waar ik slecht in was volgens de leraren. Via via ging ik schrijven voor de instituutskrant. Ook daar bleef het bij 1 artikel. Ik oefende grote kritiek uit op de directie, die ik vergeleek met een borrelende beerput. Dus binnen no time werd ik uitgenodigd bij hem in zijn kantoor. Waar mij duidelijk werd gemaakt dat ik een carrière als leraar kon vergeten als ik dit soort stukken bleef schrijven. Exit instituutskrant dus maar.
Wat mij duidelijk was, was dat ik met schrijven mensen op de kast kreeg. Maar een platform ontbrak. Internet bestond nog niet.

Leraar en columnist
Maar ondanks de directeur van de VU werd ik leraar Nederlands op een middelbare school. Daar bestond een schoolblad voor de leraren met de mededelingen van de week. Ik schreef een ingezonden stuk over het lerarenzaalvoetbalteam dat op school bestond. Dat leverde een uitnodiging van de rector op. Zou het weer bij 1 publicatie blijven?
De rector zei dat hij hartelijk gelachen had om het stuk en vroeg mij of ik wekelijks een column in het blaadje wilde schrijven. Veel leraren wierpen het blad vaak ongelezen in de prullenbak. Met een spraakmakende column zouden ze het wel open gaan slaan. En zo werd Daan Lagerwoudt geboren,  het pseudoniem waaronder ik schreef.
Mijn stukjes zorgen regelmatig voor heisa waardoor het personeelsblad een populaire uitgave werd. Deze rector gaf mij het vertrouwen en zorgde onbewust voor mijn doorbraak. Want wat ik niet wist was dat het blad ook altijd naar de redactie van de plaatselijke krant werd gestuurd. Waarom wist ik niet. Nu wel, mijn rector had sjoeche van pr.

Tijdens een van mijn lessen ging de omroep van school af. ‘Telefoon voor Daan Lagerwoudt op de receptie.’ Kreeg ik een redacteur van het regionale dagblad aan de lijn. Die las mijn columns. En de krant was op zoek naar een columnist. Of ik drie proefcolumns wilde schrijven. Dat lukte en zo werd ik columnist en rolde uiteindelijk de journalistiek in.

Gooi- en Eemlander/ Dagblad van Almere
Ik werd dus ‘ontdekt’ door redacteur Marcel Beijer van de Gooi- en Eemlander en het Dagblad van Almere. Vanaf 13 mei 1998 schreef ik vier columns per week voor die kranten. Mijn illustere hoofdredacteur Cor van Mulligen spoorde me aan om zo te schrijven dat ‘de ene helft van de lezers voor me was, en de andere helft tegen me.’ Dat leverde een leuk aantal opzeggingen van abonnees op, nog meer fantastische ingezonden brieven en vele ritjes naar Hilversum waar de baas van Cor zetelde.
Hoogtepunten in die tijd waren enkele collega-journalisten. Eentje, een vrouw uiteraard, wilde niet meer dat stukken van haar op dezelfde pagina als mijn columns werden geplaatst. Ik was daar erg trots op.
Ik werd zelfs voor een stukje waar ik erg mee in mijn nopjes was, voor de Raad voor de Journalistiek gedaagd. Door de VVD. Dat streelde mijn ego nog meer. De VVD werd op alle fronten door de raad in het ongelijk gesteld. Dit was echt het winnen van een prijs.

Excuuskrant
In die tijd daalde het aantal abonnees van de bladen dramatisch. Niets stond een overgang naar het nieuwe Telegraafblad Almere Vandaag in de weg. Al snel moest de chef van de redactie van deze krant links en rechts excuses aanbieden voor zaken die lezers in mijn stukjes meenden te lezen. Een heerlijke tijd. Vooral ook omdat het aantal fans snel steeg.

Hoeksteen
In 2005 startte in Almere een nieuwe krant: Almere DEZE WEEK. Marcel en ik werden gevraagd om de hoofdredactie te gaan doen. En natuurlijk om een column te gaan verzorgen. Dit werd De Hoeksteen.
Inmiddels is Almere DEZE WEEK de succesvolste krant van Flevoland. De Hoeksteen is  onomstreden omstreden.

Beslissend
Mijn rector op de Meergronden is in dit verhaal de beslissende persoon geweest, net als mijn oud-hoofdredacteur Cor van Mulligen van het Dagblad van Almere. Zij zagen in dat wat ik schreef spraakmakend was. Aan hen heb ik mijn schrijvende carrière te danken. En daarom ging ik werken p de redactie van de krant.  Onderwijs was een missie, schrijven en journalistiek mijn passie.

De les van van mijn rector heb ik ter harte genomen. Steeds als stagiaires vragen of ze bij de krant stage mogen lopen, zei ik meteen ja. Iedereen heeft iemand nodig die je vertrouwen geeft en een kans schenkt.