Ik loop bij de Randstad. Daar staat een half afgebroken gebouw, overwoekerd door onkruid. De beveiligingshekken staan open. Ik kan het terrein zo op.
Er staat een zitbank vol kapotte, messcherpe glasplaten.
Ik besluit om maar niet even uit te rusten.
Over een berg betonblokken struikel ik richting de ruïne. Levensgevaarlijk.
Verbijsterd blijf ik staan. Betonblokken hangen aan draden nog in het plafond.
Er staat een complete meterkast met losliggende stroomdraden, buizen en een soort kapotgeslagen liftschacht.
Volgens de gemeente is gebied het perfect beveiligd.
Wethouder Roelie Bosch zei in de gemeenteraad dat het slooppand van NCCW in Haven perfect beveiligd was.
Mijn collega Marcel nam er poolshoogte.
Hij liep het aanstaande slooppand zo binnen. De hekken stonden wagenwijd open.
Het gebouw zit vol asbest.
Dus Marcel keerde op zijn schreden terug.
Beide gebouwen laten zien dat de jeugd er regelmatig bivakkeert.
Vaak een leuk fikkie stookt.
Als ik de gemeente was zou ik de rekeningen van die sloopbedrijven en beveiligingsbedrijven niet betalen.
Die laten de boel de boel.
Ze brengen onze jeugd in gevaar.
En ik ben benieuwd wie er aansprakelijk is.…
Auteur: Robert Mienstra
Sloop
Ouders en mobiel
“Met Benno, goedemorgen.”
Benno staat voor de klas op zijn VO-school en is net aan het uitleggen waarom ‘Ik houd…’ met een ‘d’ is.
Maar zijn telefoon gaat.
Het is een ouder. Dus misschien een crisis.
“Ja Benno, je hebt mijn Sandra nu in de klas, mag ik haar even. Ze is haar lunch vergeten.”
“Ik sta nu les te geven. Dat weet je. Dan ga je mij toch niet bellen.”
“Ja maar, Sandra moet toch eten in de pauze. Geef haar maar even.”
“Mevrouw, ik hang nu op en ga verder met mijn les.”
“Dan bel ik nu je rector om een klacht tegen je in te dienen.”
De verbinding werd verbroken.
“Mobiele telefoons worden verboden op school”, vertelt Benno me even later. “Dus ik moet hem binnenkort ook uit hebben in de klas. Weet je, ik heb meer last van ouders die bellen tijdens de les dan van leerlingen die met hun mobiel bellen.”
Ik kijk hem stomverbaasd aan.
“Als ik de cijfers online zet… je kan er vergif op innemen dat ouders waarvan het kind een onvoldoende heeft aan de telefoon hangen. Dat kan ’s avonds laat zijn, echt na elven, maar vaak ook tijdens mijn lessen.”
Ik herken hier iets van mijn tijd toen ik werkte als leraar:
Ouders zijn lastiger dan kinderen.…
Amsterdammer
Elke zaterdagochtend ga ik naar de bieb in Stad om ‘de blaadjes te lezen’. Om daarna twee harinkies ‘van de staart’ te scoren bij de visboer op de markt.
En alles op de fiets.
Als oprechte import- Almeerder plaats ik mijn rijwiel altijd netjes in de fietsnietjes naast de Voetnoot.
Die overigens zaterdag altijd overvol zijn.
Maar mijn fiets kan ook op de brommerparkeerplekken. Ik heb per slot van rekening een motor op mijn fiets.
Maar terug naar het fietsen zelf.
Er stond een hek over het fietspad tussen het stadhuis en de nieuwe flat de HighNote. Volgens google een fietspad zonder naam.
Het hele fietspad was verdwenen.
En er was een bord geplaatst met een omleiding voor fietsers.
Linksaf.
Of rechtsaf, hing er vanaf van welke kant je kwam.
Geen idee waar die omleiding heen ging.
Ik had nog 150 meter te gaan naar de markt.
Over het voetpad.
Als echte Amsterdammer schroom ik niet om het voetpad als kortere, logische en volkomen natuurlijk fietsroute te nemen.
Net als vrijwel alle fietsers daar.
Het leek wel of Almere vol is van Amsterdammers.
Heerlijk.
Ik voelde me weer helemaal thuis.…
Zaag
In het Luierpark in Almere Buiten werden stuitende vernielingen aangericht. Hoe zou zoiets toch kunnen gebeuren? Lees mijn column maar eens.
_______________________________
“Effe kijken in de gereedschapskist van mijn vader of daar een zaag in zit.””
De jongens uit de Stripheldenbuurt stommelen de schuur in.
“Tadaaaa, een zaag.”
Tommy houdt het gereedschap triomfantelijk boven zijn hoofd.
“Wat ga je zagen, joh”, vraagt Kevin.
Tommy wikkelt de zaag in een lap.
“Kom mee”, grijnst hij.
Ze wandelen door de Stripheldenbuurt, langs de TBS-kliniek.
“Linksaf”, zegt Tommy, om zich heen kijkend. “Mooi, niemand.”
Ze lopen het Luierpark in. Het park waar herinneringsbomen staan. Onder meer voor doodgeboren kindjes.
“Kijk, die kerstboom man”, fluistert Tommy. Hij wijst op een boom vol met spulletjes. “Die gaat om.”
Tommy zet de zaag er in. “Vet man.”
“Het is een herinneringsboom voor een dooie”, ziet Kevin op het bordje naast de boom.
“Boeien”, grinnikt Tommy.
Met een krak valt de boom in het gras.
“Niemand te zien”, zegt Tommy. “Wegwezen.”
Al rennend trapt hij nog een hek in elkaar.
Zo zal het ongeveer gegaan zijn met de vernielingen in het Luierpark.
Nu de ouders uit de Stripheldenbuurt dit gelezen hebben, zullen ze ongetwijfeld met hun zoons in gesprek gaan.
En de gereedschapskist in de schuur controleren.
Daar ligt het bewijsmateriaal.…
BBC
Ik was nog niet koud terug van vakantie of een journaliste van de BBC belde me.
Ze wilde een radioprogramma maken over Almere.
Of ik wat over Almere wilde vertellen.
Dat leek me leuk en ik vertelde er maar niet bij dat mijn Engels slechter is dan van Rutte.
Beroerd dus.
“Ben effe een half uurtje weg”, zei ik tegen mijn vrouw Jessica, “interviewtje met de BBC.”
“Met jouw Engels?”, proestte ze.
Bij het station van Poort stond Alice klaar met haar opname-apparatuur.
Ik vertelde honderduit over de ontwikkeling van Poort, van Almere: over fietspaden, vrije busbanen, het tekort aan sociale huurwoningen, noem maar op. We wandelden al pratend rond.
“It’s amazing”, zei Alice.
Ze vond alles van Almere ‘amazing’.
Zelfs de fietsnietjes.
En al het groen.
“This city is an example for de UK.”
Toen we in Oosterwold waren had ze er zelfs geen woorden voor.
Ogen op steeltjes.
Totdat ik vertelde dat de riolering van Oosterwold de stad een slordige 65 miljoen kost.
“It failed”, concludeerde ze.
Maar verder vond ze onze stad een wonder.
Wat was mijn les van deze uren durende rondleiding?
In Almere vinden we alles maar gewoon, omdat we het gewend zijn. We zien het bijzondere niet meer.
It’s amazing.…
Vakantieleed 2
We staan met de oude, ronkende, rokende camper op de stadscamping van de Duitse stad Trier.
De oude keizersstad ligt op loopafstand.
Ik verheug me op de Bratwurst mit Sauerkraut und drei Bier vom Fass.
’s Middags na de aankomst op de camping drinken we al vast in met het bier van de Aldi. We nemen voor dit doel altijd een paar trays mee in het bagagecompartiment van de camper.
Net als een mud aardappelen die mijn vrouw Jessica altijd inkoopt.
De camping is rustig.
Totdat er drie auto’s de camping opdraaien.
De uitlaten maken een herrie alsof we op de Nürburgring zitten, het racecircuit van Duitsland.
Twaalf jongeren met petjes stappen schreeuwend uit.
“Nee he”, kreunt mijn vrouw Jessica.
Vier tentjes worden opgezet op nog geen 15 meter van onze camper.
Een boombox wordt op tafel gezet en horen en zien vergaat.
Even later vertrekken ze met de auto.
Om een uur later terug te keren met 8 kratten bier.
De boombox gaat weer aan.
“Dat wordt vannacht niet slapen”, zegt Jessica.
Zwijgend beginnen de we de camper weer in te laden.…
Vakantieleed 1
We staan met de oude ronkende, rokende camper op de camping in La Roche-en-Ardenne aan de oever van de Ourthe in de Ardennen.
Buiten het seizoen, dus allemaal pensionado’s in veel duurdere campers.
“Ik ruik brand”, zegt mijn vrouw Jessica vanuit haar ligstoel.
Inderdaad, er trekken nu rookwolken langs de camper.
Ik sta op en kijk om me heen.
Op de camping blijk je fikkie te mogen stoken.
Op een aantal plaatsen staan schalen met houtvuurtjes voor de campers.
De mannelijke helft van de oude echtparen staat er met een stok in te poeren.
De rookwolken nemen ongekende vormen aan.
“Dit is verschrikkelijk”, roept Jessica. “Ik wil hier weg.”
Dan ruik ik verbrand vlees.
Onze buren zijn begonnen met barbecueën.
Speklapjes.
Het lijkt wel of de rookwolk onze camper ingezogen wordt.
“Mijn beddengoed”, schreeuwt Jessica.
Ze sluit alle ramen en deuren.
De volgende ochtend vertrekken we om zeven uur.
Ik geef een enorme dot gas.
De blauwe dieselwolk staat er mooi bij.
Dat zal ze leren.…
Maaien
Ik wil het nog een keer over het maaibeleid hebben.
Er wordt minder gemaaid in Almere.
Dat is het speeltje van de Partij voor de Dieren.
Ik houd van de uitzonderingen.
Vrijwel elke zaterdag – jawel -in het weekend – komt er een maaimachine z’n werk doen op de grasvelden rondom Helen Parkhurst.
Ik kan er me wat bij voostellen, de leerlingen zitten graag in het zonnetje in het gras.
De maaiert liet wel keurig een strookje bij de rotonde vrij voor tal van bloemen en kruiden.
Maar…
Op vrijdag kwam de gemeente in de buurt maaien.
Handenwrijvend stond de maaimeneer eens rond te kijken.
Die zag dat kruidenveldje.
En ja hoor, dat ging er als eerste aan.
En meteen het grasveld rond Helen Parkhurst maar meegenomen.
Zaterdag, de volgende dag, hoor ik weer een maaimachine.
Die maaide doodleuk nog een keer het grasveld rond de school.
Zo kort, dat het zand opstoof.
Nu staan er achter de school een paar bijenkasten.
Ik heb altijd geleerd dat bijen bloemetjes nodig hebben.
Maar ik zal het wel fout hebben.
Achter dit maaibeleid zit vast een biodiverse, ecologische gedachte.…
Baken Park
Op de school Baken Park zijn mobieltjes verboden. Ze moeten thuis gelaten worden of in het kluisje gelegd worden.
Juichend meldde de school dat leerlingen veel socialer zijn geworden, veel meer met elkaar praten en dat de prestaties explosief stijgen.
“Wat een onzin”, zegt mijn buurmeisje Nienke als ik haar er naar vraag.
Zij zit in de eerste klas van Baken Park.
“Kijk”, zegt ze, “mijn smartwatch.”
Vragend kijk ik haar aan.
“Op mijn smartwatch kan ik nog gewoon alles doen.”
“Wat dan”, vraag ik.
“Appen, spelletjes, Spotify, bellen, eigenlijk alles. Gewoon in de klas zonder mobiel.”|
“Dus dat mobielverbod slaat eigenlijk nergens op”, zeg ik.
“Ik doe mijn mobiel in mijn broekzak. Dan heb ik altijd bereik. Geen leraar die mij gaat fouilleren. Dat durven ze niet. En niemand die het ziet. Op mijn horloge kan ik dan overal in school precies hetzelfde als op mijn mobiel.”
“Bijna iedereen in de klas heeft een smartwatch”, zegt Nienke. “Tijdens de les appen we nog steeds met elkaar. Ik kan gewoon overal bellen met mijn horloge.”
“Er zit ook een rekenmachine op mijn horloge”, vertelt Nienke, “handig bij de toetsen. O ja, internetten gaat ook goed. Prima om toets-antwoorden op te zoeken.”
Heerlijk, als leerlingen slimmer zijn dan de school.…
25 jaar
Achter de verwarming bij mij thuis staat een groot karton.
Vorige week bij het stofzuigen – ja ja – kwam ik het tegen.
Er zitten twee grote artikelen op geplakt. En twee columns.
Waaronder mijn eerste.
Dinsdag 12 mei 1998 voor het Dagblad van Almere.
En de eerste voor de Gooi- en Eemlander van 4 december 1999.
Al snel schreef ik vier columns per week voor die kanten.
Ik realiseerde me bij het stofzuigen dat ik al 25 jaar columns schrijf in Almere.
De kop van het aankondigende artikel in het Dagblad van Almere was: ‘Gewoon lekker jennen, fantastisch’
Onze illustere hoofdredacteur Cor van Mulligen van het Dagblad van Almere zei 12 mei 1998: “Ik wil dat de helft van de lezers voor je is, en de andere helft tegen je. Ik wil boze opzeggingen.”
Dat laatste lukte.
Vooral van vrouwelijke abonnees.
In het begeleidende artikel zeg ik: “Almere is een gemaakte en mislukte stad.”
Dat was 1998.
Nu, 25 jaar later kom ik op dat laatste terug.
Ja, er gaat nog veel fout, en dat mag 103 miljoen euro kosten.
Maar terug naar mijn geboortestad Amsterdam?
Nooit.…