Elke zaterdagochtend ga ik naar de bieb in Stad om ‘de blaadjes te lezen’. Om daarna twee harinkies ‘van de staart’ te scoren bij de visboer op de markt.
En alles op de fiets.
Als oprechte import- Almeerder plaats ik mijn rijwiel altijd netjes in de fietsnietjes naast de Voetnoot.
Die overigens zaterdag altijd overvol zijn.
Maar mijn fiets kan ook op de brommerparkeerplekken. Ik heb per slot van rekening een motor op mijn fiets.
Maar terug naar het fietsen zelf.
Er stond een hek over het fietspad tussen het stadhuis en de nieuwe flat de HighNote. Volgens google een fietspad zonder naam.
Het hele fietspad was verdwenen.
En er was een bord geplaatst met een omleiding voor fietsers.
Linksaf.
Of rechtsaf, hing er vanaf van welke kant je kwam.
Geen idee waar die omleiding heen ging.
Ik had nog 150 meter te gaan naar de markt.
Over het voetpad.
Als echte Amsterdammer schroom ik niet om het voetpad als kortere, logische en volkomen natuurlijk fietsroute te nemen.
Net als vrijwel alle fietsers daar.
Het leek wel of Almere vol is van Amsterdammers.
Heerlijk.
Ik voelde me weer helemaal thuis.…
Tag: Robert Mienstra
Amsterdammer
Zaag
In het Luierpark in Almere Buiten werden stuitende vernielingen aangericht. Hoe zou zoiets toch kunnen gebeuren? Lees mijn column maar eens.
_______________________________
“Effe kijken in de gereedschapskist van mijn vader of daar een zaag in zit.””
De jongens uit de Stripheldenbuurt stommelen de schuur in.
“Tadaaaa, een zaag.”
Tommy houdt het gereedschap triomfantelijk boven zijn hoofd.
“Wat ga je zagen, joh”, vraagt Kevin.
Tommy wikkelt de zaag in een lap.
“Kom mee”, grijnst hij.
Ze wandelen door de Stripheldenbuurt, langs de TBS-kliniek.
“Linksaf”, zegt Tommy, om zich heen kijkend. “Mooi, niemand.”
Ze lopen het Luierpark in. Het park waar herinneringsbomen staan. Onder meer voor doodgeboren kindjes.
“Kijk, die kerstboom man”, fluistert Tommy. Hij wijst op een boom vol met spulletjes. “Die gaat om.”
Tommy zet de zaag er in. “Vet man.”
“Het is een herinneringsboom voor een dooie”, ziet Kevin op het bordje naast de boom.
“Boeien”, grinnikt Tommy.
Met een krak valt de boom in het gras.
“Niemand te zien”, zegt Tommy. “Wegwezen.”
Al rennend trapt hij nog een hek in elkaar.
Zo zal het ongeveer gegaan zijn met de vernielingen in het Luierpark.
Nu de ouders uit de Stripheldenbuurt dit gelezen hebben, zullen ze ongetwijfeld met hun zoons in gesprek gaan.
En de gereedschapskist in de schuur controleren.
Daar ligt het bewijsmateriaal.…
BBC
Ik was nog niet koud terug van vakantie of een journaliste van de BBC belde me.
Ze wilde een radioprogramma maken over Almere.
Of ik wat over Almere wilde vertellen.
Dat leek me leuk en ik vertelde er maar niet bij dat mijn Engels slechter is dan van Rutte.
Beroerd dus.
“Ben effe een half uurtje weg”, zei ik tegen mijn vrouw Jessica, “interviewtje met de BBC.”
“Met jouw Engels?”, proestte ze.
Bij het station van Poort stond Alice klaar met haar opname-apparatuur.
Ik vertelde honderduit over de ontwikkeling van Poort, van Almere: over fietspaden, vrije busbanen, het tekort aan sociale huurwoningen, noem maar op. We wandelden al pratend rond.
“It’s amazing”, zei Alice.
Ze vond alles van Almere ‘amazing’.
Zelfs de fietsnietjes.
En al het groen.
“This city is an example for de UK.”
Toen we in Oosterwold waren had ze er zelfs geen woorden voor.
Ogen op steeltjes.
Totdat ik vertelde dat de riolering van Oosterwold de stad een slordige 65 miljoen kost.
“It failed”, concludeerde ze.
Maar verder vond ze onze stad een wonder.
Wat was mijn les van deze uren durende rondleiding?
In Almere vinden we alles maar gewoon, omdat we het gewend zijn. We zien het bijzondere niet meer.
It’s amazing.…
Vakantieleed 2
We staan met de oude, ronkende, rokende camper op de stadscamping van de Duitse stad Trier.
De oude keizersstad ligt op loopafstand.
Ik verheug me op de Bratwurst mit Sauerkraut und drei Bier vom Fass.
’s Middags na de aankomst op de camping drinken we al vast in met het bier van de Aldi. We nemen voor dit doel altijd een paar trays mee in het bagagecompartiment van de camper.
Net als een mud aardappelen die mijn vrouw Jessica altijd inkoopt.
De camping is rustig.
Totdat er drie auto’s de camping opdraaien.
De uitlaten maken een herrie alsof we op de Nürburgring zitten, het racecircuit van Duitsland.
Twaalf jongeren met petjes stappen schreeuwend uit.
“Nee he”, kreunt mijn vrouw Jessica.
Vier tentjes worden opgezet op nog geen 15 meter van onze camper.
Een boombox wordt op tafel gezet en horen en zien vergaat.
Even later vertrekken ze met de auto.
Om een uur later terug te keren met 8 kratten bier.
De boombox gaat weer aan.
“Dat wordt vannacht niet slapen”, zegt Jessica.
Zwijgend beginnen de we de camper weer in te laden.…
Vakantieleed 1
We staan met de oude ronkende, rokende camper op de camping in La Roche-en-Ardenne aan de oever van de Ourthe in de Ardennen.
Buiten het seizoen, dus allemaal pensionado’s in veel duurdere campers.
“Ik ruik brand”, zegt mijn vrouw Jessica vanuit haar ligstoel.
Inderdaad, er trekken nu rookwolken langs de camper.
Ik sta op en kijk om me heen.
Op de camping blijk je fikkie te mogen stoken.
Op een aantal plaatsen staan schalen met houtvuurtjes voor de campers.
De mannelijke helft van de oude echtparen staat er met een stok in te poeren.
De rookwolken nemen ongekende vormen aan.
“Dit is verschrikkelijk”, roept Jessica. “Ik wil hier weg.”
Dan ruik ik verbrand vlees.
Onze buren zijn begonnen met barbecueën.
Speklapjes.
Het lijkt wel of de rookwolk onze camper ingezogen wordt.
“Mijn beddengoed”, schreeuwt Jessica.
Ze sluit alle ramen en deuren.
De volgende ochtend vertrekken we om zeven uur.
Ik geef een enorme dot gas.
De blauwe dieselwolk staat er mooi bij.
Dat zal ze leren.…
Professional
Mariam belt me, een 17-jarige eindexamen-scholiere van een Almeerse middelbare school. Ze maakt een profielwerkstuk over journalistiek. Of ze me mag interviewen.
Dat mag.
Mariam wil ook alles weten over de veiligheid van journalisten.
“Wanneer bent u wel eens bang in Almere?”
Ik vertel dat het wel voorkomt dat ik na bedreigingen toch even over mijn schouder kijk als ik thuis de deur uitloop. Dat er laatst iemand aan de deur was die mij in mijn hoedanigheid als journalist wilde spreken. En dat mijn vrouw Jessica hem afwimpelde.
Nadat de man mij gebeld had, ben ik op bezoek bij de man geweest om hem te leren kennen. Dat is veiliger dan met een onbestemd gevoel rond te blijven lopen.
Na wat algemene vragen komt Mariam op de veiligheid terug.
“Hoe reageert u als iemand u agressief benadert?
Kijk, zo ga je als journalist te werk.
Ik voel dat ik mijn gevoelens prijs geef.
Drie kwartier later bied ik haar een stageplaats aan als ze naar de school voor journalistiek gaat.
Maar, helaas, ik weet nu al dat dit meisje in de landelijke media gaat werken.
Ik ben vaak geïnterviewd door collega’s.
Maar nog nooit zo goed als nu.
De jeugd heeft de toekomst.
En dat is deze keer geen cliché.
Luisteren kan via deze link:
…
Schilderen
“Schilder je een beetje netjes”, vraagt mijn vrouw Jessica.
In mijn ouwe kleren, werp ik mij op de deuren in de gang. Die worden satijnzacht wit.
“Niet teveel morsen”, roept Jessica nog.
Ik besluit me te gedragen als Miep Kraak.
Kranten op de vloer, een doekje om spetters op te ruimen, met tape is alles afgeplakt waar geen verf mag komen.
De deuren worden prachtig.
Geen druipers, alles in de Flexa.
Ik laat Jessica mijn meesterwerken bewonderen.
Een donderwolk kijkt rond.
Overal verf op de houten vloer ondanks de kranten, mijn nieuwe pantoffels zijn popart geworden (oei, vergeten uit te trekken), de houten Ikea-kruk (ooit mooi beschilderd door de kleinkinderen) zit onder de witte voetstappen, het niet afgedekte antieke kastje (dat ik nooit zou kunnen raken) zit vol spatten, en met mijn handen heb ik de deur naar de woonkamer open gedaan.
En het ergste… met mijn natte verfbroek ben ik op de nagelnieuwe bank koffie gaan drinken.
“Had Karel Appel weer een van zijn woede-aanvallen”, vraagt Jessica rood aanlopend.
“Het heeft nog niet echt goed gedekt”, stamel ik, “het moet nog een keer.”
Dat hoefde dus niet meer.
“Ik doe het zelf wel.”…
Coronajeugd
Tientallen jongeren klitten bij elkaar bij het Lumièrestrandje bij filmwijk. Ze hangen over elkaar heen, stoeien.
Maar wel de dag nadat Rutte het land een waarschuwing gaf over de toenemende coronabesmettingen.
‘Houd 1,5 meter afstand, en dat geldt zeker voor de jongeren’, meldde de premier.
“Het interesseert ze helemaal niks”, moppert mijn vrouw Jessica als we tussen de groepen doorfietsen die rond het bruggetje hangen.
“De jeugd kijkt geen tv”, zeg ik, “en al helemaal niet naar de minister-president. Ze weet van niets.”
“Maar hun ouders kunnen hun zoons en dochters toch wel waarschuwen”, zegt Jessica.
“Die ouders interesseert het ook niets”, zeg ik, “corona bestaat niet voor hen.”
“Totdat ze het zelf krijgen”, zegt Jessica, “besmet door hun kinderen.”
Hoofdschuddend zet Jessica de pedalen er in.
“Weet je”, roept ze, “die jongeren klagen maar over de ouderen. Dat die hoge pensioenen hebben, dat de jeugd daardoor langer moet doorwerken.”
“Kan ik me iets bij voorstellen”, zeg ik.
“Als die jongeren zo doorgaan, worden ze allemaal ziek. Wie weet worden ze daar helemaal niet zo oud mee”, roept Jessica, “we kennen de lange-termijn-effecten van Corona nog niet.”
“Aha”, roep ik, “dat betekent dat ons pensioen over een paar jaar misschien wel omhoog kan.”…
Imago
“Het is toch wat, het is toch wat”, mompelt mijn vrouw Jessica.
Ze kijkt vanuit de dertiende verdieping in onze flat richting het Weerwater.
Vragend kijk ik haar aan.
“Die Floriade”, zegt ze, “daar zit geen Almeerder op te wachten.”
“De raadsleden van de coalitiepartijen en 60 ondernemers wel”, zeg ik.
“ Hoezo 60”, vraagt Jessica.
“Die hebben een brief aan de raad geschreven dat ze groot fan zijn van de Floriade.”
“ Ze zijn niet goed bij hun hoofd.”
“Er komen wel 2,2 miljoen bezoekers”, werp ik tegen, “goed voor de stad. Die ondernemers lopen helemaal binnen.”
“ Weet jij wat een kaartje gaat kosten, ik denk wel 50 euro”, bromt mijn vrouw. “Als wij met de kinderen en kleinkinderen gaan, zijn we al meer dan 200 euro kwijt. Dat gaan we dus niet doen.”
“Dat is wel veel geld”, vind ik ook.
“Voor dat geld ga ik liever naar de Efteling”, zegt Jessica, “dat is veel leuker dan een tentoonstelling van tuinbouwers.”
“Ze hopen toch dat heel veel Nederlanders naar de Floriade komen”, werp ik op,” dat is ook goed voor het imago van Almere.”
“Die Nederlanders komen helemaal niet voor de Floriade naar Almere”, zegt Jessica, “die komen hierheen voor de Primark.”…
Gebedsoproep
De gebedsoproep bij de moskee bij de Staatsliedenwijk zorgde ervoor dat er afgelopen donderdagavond een zinderend debat in de gemeenteraad werd gevoerd. Alles werd erbij gehaald, de grondwet, het gelijkheidsbeginsel, de kerkklokken, de papklok, overstromingen, islamisering, overlast en dreigende onrust, de teloorgang van Nederland.
Zowel de coalitie als de oppositie waren messcherp verdeeld.
Wat we niet gewend zijn.
Tijd om vrijdag bij de moskee maar eens te luisteren.
Een handvol belangstellenden was aanwezig.
Ik mag hier natuurlijk niet zeggen dat het om moslims ging, want dan frame ik op huidskleur, uiterlijk en kleding.
Belangstellenden dus.
De gebedsoproep klonk zacht zingend uit een luidsprekertje.
In een taal die ik niet verstond.
Zong de voorganger nu een Arabische vorm van ‘“Voorwaarts en niet vergeten, wat maakt ons zo sterk in de strijd, bij hong’ren en bij eten, voorwaarts niet vergeten, de solidariteit’?
Of was het ‘Slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap?’
Een vertaling werd niet rondgedeeld.
Wikipedia leerde mij later dat er ‘Allah is de grootste, er is geen God dan Allah’ uit de luispreker kwam.
Ik zou zeggen, wil je iedereen bereiken, zendt het dan tweetalig uit.
Met algehele solidariteit had het dus weinig te maken.…