Stiekem

door | 18 september 2016 | Columns | 0 Reacties

Ooit maakte ik voor de Balkster Courant verslagen van de raadsvergaderingen van de gemeente Gaasterland in Friesland.
In een prachtig 17de eeuws stadhuis.
De plaatselijke bakker kwam altijd de perstribune op met een grote mand warme, gevulde koeken. Voor iedere journalist en iedere bezoeker op de publieke tribune eentje.
Daarna kwam de bode langs met koffie voor iedereen.
Tegenwoordig zit ik voor Almere Deze Week regelmatig bij de politieke markt in het Almeerse stadhuis.
In de rode zaal moesten we even wachten, de politieke markt zou over tien minuten beginnen.
Ik had een flinke fietstocht achter de rug, dus de dorst was groot.
Op tafel stonden kannen water en glazen klaar.
En ik had zo’n dorst.
Aan een van de raadsleden die net als ik te vroeg was, vroeg ik – nog wat onwennig – of ik een glas water mocht pakken.
Dat was dus duidelijk niet de bedoeling, meldde hij.
“Maar doe maar even snel, zodat de anderen het niet zien.”
Ik klokte het water snel achterover en moffelde het glas weg.
Wat een wereld van verschil, dacht ik.
Friese gevulde koeken en koffie, of een stiekem gestolen snel Almeers glas water.
Het heeft toch iets met gastvrijheid te maken.
Of een gebrek daaraan.