Tijdens het Univé gymgala in de topsporthal in Poort sta ik achter een vader met zijn dochtertje in de rij voor de wc.
“Papa, ik hou het haast niet meer”, klaagt het kleutertje
“Nog effe, Alida”, zegt de vader liefdevol.
De rij schuift op en we zijn bijna aan de beurt.
“Waar gaan wij naar toe?”, bast een speknek met een zilveren V op zijn colbert.
De beveiliger buigt zich dreigend voorover naar Alida.
Die het spontaan op een gillen zet.
“Dit is mijn dochter”, zegt de vader, “ze moet plassen. Ik ga even met haar mee om haar te helpen.”
“Die komt er niet in”, gromt de speknek, “dit is het herentoilet.”
“Meneer… ze is net een week 4”, schudt de vader verbaasd zijn hoofd.
“Komt er niet in. Mannen-wc.”
“Nou, dan ga ik wel naar het damestoilet”, zucht de vader.
“Daar komt zij wel in, maar u niet”, schudt de speknek, “maar daar mag ze natuurlijk wel weer met haar moeder mee naar binnen.”
“Ja, hallo”, roept de vader nu wanhopig, “haar moeder is op vakantie in Parijs, die gaat dat niet redden.”
“Uw probleem”, bromt de speknek.
“Dan zie ik langzaam de panty van Alida verkleuren.
Ik tik speknek op zijn schouder.
“Haal jij effe een dweiltje”, zeg ik poeslief tegen hem.