Het geven van een fooi bij een café veroorzaakt tussen mijn vrouw Jessica en mij altijd discussie.
Zo ook nu op het terras van de Grote Markt.
Als er betaald moet worden – wat ik altijd doe – begint Jessica al wat ongemakkelijk heen en weer te schuiven.
“Geef nou een fooi”, zegt ze. “Dat meisje heeft ons keurig bediend.”
“Als ik ’s avonds tot elf uur opstellen heb zitten nakijken en de avond daarna tot tien uur ’s avonds ouderavond heb gehad, is er nooit een ouder geweest die een euro op mijn bureau legde”, mopper ik. “Waarom zou ik dan fooi geven aan iemand die mij een biertje komt brengen?”
“Jij verdient meer”, werpt Jessica tegen.
“Ja hallo”, word ik korzelig. “Toen ik werkstudent was, verdiende ik ook geen reet. En wie moest mij als orderpikker in een muffe fabriekshal fooien geven?”
De sfeer wordt er niet beter op.
“Bij McDonald´s geeft niemand fooi”, roep ik. “waarom hier dan wel?”
“Bij McDonald´s haal je je eigen eten en ruim je je eigen tafel af”, zegt Jessica.
“Dus ik moet fooi geven omdat iemand heen en weer loopt en daarna mijn bierglas in de afwasser zet? No way.”
Zwijgend fietsen we naar huis.
We moeten stoppen voor het stoplicht.
“Krent”, fluistert Jessica.