Als wij als krant een vraag aan de gemeente hebben, dan bellen we de voorlichtsters.
Die antwoorden dan namens de wethouders.
Dat schuurt regelmatig.
Met als dieptepunt de vraag die mijn collega vorige week aan de voorlichtster stelde wat de wethouder vond van het stikstofbesluit van de Raad van State.
Nou, die wethouder vond er niks van, aldus de voorlichtster. We moesten de provincie maar bellen of de branchevertegenwoordiger.
’s Avonds tijdens de Politieke Markt vond de wethouder toch weer wel van alles over het stikstofprobleem.
’s Middags geen mening hebben en ’s avonds weer wel.
Houd de pers maar op afstand.
Houd de wethouder uit de wind.
Denk aan de reputatie van de wethouder.
Een mooi voorbeeld uit het verleden is toen de krant vragen stelde over een verkeerd opgehangen verkeersbord. De voorlichtster zou het uitzoeken.
Voordat wij het antwoord kregen, werd het verkeersbord in allerijl hersteld.
De vlucht naar voren dus.
Nu scheer ik niet alle voorlichtsters over een kam.
Er zijn er ook een paar die hun werk prima doen en meedenken met de pers.
Maar dat zou voor hen allemaal zo moeten zijn.
De pers moet niet gezien worden als de vijand van de wethouder en de gemeente.