Van de redactie

door | 31 december 2017 | Columns

“Meneer, heeft u mijn e-mail ontvangen?”
Ik heb een best aardige man aan de telefoon.
Of ik zijn e-mail ontvangen heb… ik heb geen idee. Ik zie zeker honderd e-mails per dag op de redactie.
Na wat doorvragen vind ik zijn mailtje.
De man heeft een stukje gestuurd met een foto. Hij bedankt een zuster in het Flevoziekenhuis die goed voor hem heeft gezorgd.
“Ik vind dat dat in de krant moet”, roept hij enthousiast.
“ja ja”, probeer ik me er uit te redden, “ik ga het morgen even overleggen met mijn collega’s.”
Eigenlijk vind ik dat het helemaal niet in de krant moet.
“Dan belt u me natuurlijk wel even na dat redactie-overleg”, zegt de man.
“Meneer”, zeg ik, “dat gaat echt niet. Dan heb ik echt een assistente nodig als ik daaraan moet beginnen.”
Ik heb een visioen van een koffie brengend leuk klokvormend rokje dat de hele dag mijn telefoon beantwoordt, mijn agenda bijhoudt, en ’s middags de cup-a-soup bereidt.
En dat bellers met kluiten in het riet stuurt.
“Dit is echt een leuk stukje”, roept mijn collega. “Ik heb het al online gezet en de lezer gemaild dat we het plaatsen.”
En weg is mijn visioen.