We staan met de oude ronkende, rokende camper op de camping in La Roche-en-Ardenne aan de oever van de Ourthe in de Ardennen.
Buiten het seizoen, dus allemaal pensionado’s in veel duurdere campers.
“Ik ruik brand”, zegt mijn vrouw Jessica vanuit haar ligstoel.
Inderdaad, er trekken nu rookwolken langs de camper.
Ik sta op en kijk om me heen.
Op de camping blijk je fikkie te mogen stoken.
Op een aantal plaatsen staan schalen met houtvuurtjes voor de campers.
De mannelijke helft van de oude echtparen staat er met een stok in te poeren.
De rookwolken nemen ongekende vormen aan.
“Dit is verschrikkelijk”, roept Jessica. “Ik wil hier weg.”
Dan ruik ik verbrand vlees.
Onze buren zijn begonnen met barbecueën.
Speklapjes.
Het lijkt wel of de rookwolk onze camper ingezogen wordt.
“Mijn beddengoed”, schreeuwt Jessica.
Ze sluit alle ramen en deuren.
De volgende ochtend vertrekken we om zeven uur.
Ik geef een enorme dot gas.
De blauwe dieselwolk staat er mooi bij.
Dat zal ze leren.