Soms hoor ik wel eens wat.
Zo zijn er bij de Floriade ruim 200 vrijwilligers actief.
Die hebben vast enthousiaste verhalen.
Maar…
“Wij worden geacht geen contact met de pers te hebben”, zegt een van hen tegen me.
Ik weet niet of Noord-Korea een kavel heeft gehuurd op de Floriade, maar het gedachtengoed van Kim Jong-un is blijkbaar al levendig aanwezig.
“Ze willen uitingen strikt onder controle houden”, zegt de vrijwilliger nog.
Dat doet niet alleen aan Noord-Korea denken, maar ook aan Polen, Hongarije en Turkije.
De pers is de vijand.
En het volk krijgt alleen maar propaganda opgediend.
Toch maar eens proberen.
“Wat doe jij bij de Floriade dan zoal”, wil ik weten.
“Daar mag ik geen uitspraken over doen.”
“Maar je bent wel enthousiast over de wereldtuinbouwtentoonstelling?”
“My lips are sealed.”
“Maar het klopt dat er 200 vrijwilligers zijn?”
“Dan moet je bij persvoorlichting zijn.”
Bij het politbureau dus, wat weer doet denken aan Oost-Duitsland.
Nog een poging…
“Je bent toch wel vrijwilliger?”
“Ik zwijg als het graf.”
De man kijkt schichtig over zijn schouder en vertrekt.
We kunnen blijkbaar beter niet samen gezien worden.