Mijn vrouw Jessica en ik schrikken op.
Piepende banden en motorgeraas.
Beneden op de parkeerplaats tussen de school Helen Parkhurst en de badmintonhal staat een witte Mazda.
De motor gromt, de bestuurder geeft volop gas maar houdt de koppeling ingedrukt.
Dan stuift de Mazda met piepende banden over de parkeerplaats, slipt een bocht en nog een bocht. Een lantaarnpaal wordt op een haar na gemist.
Een moeder met twee kindjes op het fietspad stapt af en zoekt een veilig heenkomen.
“Die gasten zijn gek”, zegt Jessica. “Dat is levensgevaarlijk.”
De achterkant van de auto slipt weg, de auto spint nog net niet.
De Mazda neemt de kleine rotonde wel tien keer achter elkaar.
Zwarte strepen verschijnen op het wegdek.
“Dit gaat fout”, zegt Jessica, “je moet de politie bellen. Dit doe je niet met een auto die van jezelf is.”
“Zo ,zo”, zegt de agent aan de telefoon. Hij wil daarna alles van mij weten, maar niks van de witte Mazda. Dat ik foto’s heb, filmpjes, niet interessant. Maar wel mijn hele doopceel. “We maken er melding van”, zegt de agent.
Dat is politietaal, het betekent in gewoon Nederlands… u hoort er nooit meer wat van.