Gezond

door | 17 oktober 2022 | Columns

“Vanavond eten we patat”, zegt mijn vrouw Jessica.
Het vet begint te snirsen.
Juichend springen onze vier kleinkinderen op.
“Hoera patat. Ik wil ook drie kroketten”
“En ik kipnuggets”
“Frikadellen”, roept de volgende.
Tevreden over zoveel enthousiasme zet Jessica de mayo, de curry en de ketchup op tafel.
En een schaaltje gesneden komkommer.
Maar dat sla ik altijd over.
Er zijn grenzen.
Donderdagavond vergaderde de gemeenteraad over gezond en duurzaam voedsel in de stad. Dit omdat er volgens de organiserende partij – welke zou dat zijn? – te veel fastfoodzaken in Almere zijn met voor het overgrote deel ongezond en dierlijk eten.
Niet uit te leggen aan mijn kleinkinderen.
En het maandelijkse feestje ga ik niet verstoren.
“Lekker bunkeren”, roept de oudste kleinzoon als hij een handvol patatjes naar binnen propt.
Na afloop is de tafel een grote vette kliederzooi.
Er is dus goed gegeten.
Daar hebben wij die fastfoodketens niet voor nodig.
Ik denk nog eens aan die Partij voor de Dieren.
Voor mij mogen ze alle fastfoodzaken per direct dichtgooien.
Maar van onze frituurpan blijven ze af.