De gebedsoproep bij de moskee bij de Staatsliedenwijk zorgde ervoor dat er afgelopen donderdagavond een zinderend debat in de gemeenteraad werd gevoerd. Alles werd erbij gehaald, de grondwet, het gelijkheidsbeginsel, de kerkklokken, de papklok, overstromingen, islamisering, overlast en dreigende onrust, de teloorgang van Nederland.
Zowel de coalitie als de oppositie waren messcherp verdeeld.
Wat we niet gewend zijn.
Tijd om vrijdag bij de moskee maar eens te luisteren.
Een handvol belangstellenden was aanwezig.
Ik mag hier natuurlijk niet zeggen dat het om moslims ging, want dan frame ik op huidskleur, uiterlijk en kleding.
Belangstellenden dus.
De gebedsoproep klonk zacht zingend uit een luidsprekertje.
In een taal die ik niet verstond.
Zong de voorganger nu een Arabische vorm van ‘“Voorwaarts en niet vergeten, wat maakt ons zo sterk in de strijd, bij hong’ren en bij eten, voorwaarts niet vergeten, de solidariteit’?
Of was het ‘Slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap?’
Een vertaling werd niet rondgedeeld.
Wikipedia leerde mij later dat er ‘Allah is de grootste, er is geen God dan Allah’ uit de luispreker kwam.
Ik zou zeggen, wil je iedereen bereiken, zendt het dan tweetalig uit.
Met algehele solidariteit had het dus weinig te maken.