“Kijk nou toch”, roept mijn vrouw Jessica, “die politie-auto krijgt geen voorrang.”
Ze staat voor het raam bij ons op de dertiende verdieping en wijst naar de kruising Veluwedreef – Cinemadreef.
Ik zie nog net een narrow-escape tussen een politie-auto met zwaailicht en sirene.
Hij rijdt door rood en wil in vliegende vaart rechtsaf de Veluwedreef op.
Op weg naar een melding.
De auto’s van links trekken zich er niets van aan, en rijden de politie-auto zowat klem.
“Het is toch niet te geloven”, moppert Jessica, “voor die agenten telt iedere seconde om ergens te komen.”
Deze situaties zien wij vanuit onze flat dagelijks.
Met politie-auto’s en met ziekenwagens op het kruispunt.
“Niet te geloven dat dit altijd maar goed gaat en de politie steeds weer op tijd op de rem trapt”, zegt mijn vrouw.
Over dat door rood rijden.
Dat mag de politie met zwaailicht en sirene.
Maar we zien dagelijks dat automobilisten op het kruispunt zich hetzelfde recht toe-eigenen.
Soms met een leuke botsing als gevolg.
“Ze zouden goud geld verdienen als er flitspalen bij deze kruising komen”, zegt Jessica.
Daar weet ik alles van. Verderop op de Veluwedreef staan ze wel.
Ze leveren mij regelmatig fanmail van het Justitieel Incassobureau op.