“Dag meneer Öztürk”, zeg ik, “ik heb iets geschreven over het faillissement van de Pizzahut in Almere Stad. Maar ik twijfel. Kan dit wel door de beugel?”
DENK-Kamerlid Öztürk zei in de Tweede Kamer dat hij meer controle van de overheid op de media wil. En dat er meer migrantenjournalisten moeten komen.
“Dit Pizzahutstuk kan pas door de beugel als het geschreven is door een journalist van migrantenafkomst”, bast Öztürk tegen me.
Hij kijkt geringschattend naar mijn witte gelaat.
“Oei”, schrik ik, “maar ik ben van Friese afkomst. Friesland is vroeger veroverd door de Hollanders, dus eigenlijk ben ik van afkomst een vluchteling, een oorlogsmigrant.”
Öztürk knikt nadenkend.
“Pizza is toch Italiaans”, vraagt hij.
Ik knik.
“Dan vind ik dit stukje behoorlijk racistisch”, heft Öztürk woedend zijn vinger, “waarom Italianen negatief in de krant. En dat voor een allochtone Fries. Je bezoedelt je lotgenoten.”
Tergend langzaam scheurt Öztürk mijn A4-tje met de tekst doormidden.
“Ik heb nog een stukje”, stamel ik, “over diabetes.”
Öztürk versnippert het terstond.
“Puur racistisch, zeker geschreven omdat diabetes meer bij allochtonen voorkomt. Dit komt dus ook niet in de krant.”
“Maar wat dan wel?”, fluister ik, “het weerbericht?”
“Weerbericht is goed”, beslist Öztürk, “maar alleen als de wind uit het zuid-oosten waait.”
Daar ligt Ankara, weet ik.