“Meneer, waarom schrijft de krant altijd zo negatief?”, klinkt een lezer aan de telefoon.
Ik vermijd de fout om meteen in de verdediging te gaan.
“Dat is een leuke stelling”, antwoord ik. “Daar wil ik graag met u over van gedachten wisselen. Heeft u de krant voor u?”
Dat heeft ze.
Artikel na artikel nemen we de krant door. Het waren dit keer 68 artikelen.
Na de laatste pagina zegt ze: “Tja, het valt eigenlijk allemaal wel mee.”
Ik vraag door.
“Waar vond u ons als journalisten negatief?”
“Dat artikel over de Floriade.”
Maar wie was daar aan het woord?, vraag ik verder, “ik of de geïnterviewde?”
”Ja, de geïnterviewde”, zegt ze, “maar u kiest ervoor om dit in de krant te zetten.”
Dat zette me aan het denken.
Daarna namen we goedgemutst afscheid van elkaar.
Haar laatste zin triggerde me dus.
Natuurlijk, de journalisten maken de keuzes voor de onderwerpen in de krant. Dat is per definitie al gekleurd. Mee eens. Maar of dat positief of negatief is daar gaan de journalisten niet over. Dat is aan de lezers.
‘Er staan 100 bomen in een straat.’
Da’s mooi nieuws. Maar ik zet het niet in de krant.
‘Van de honderd bomen worden er vijftig gekapt.’
Ik kom in actie.
Waarom? Is de eerste vraag.
Waartoe? De tweede.
Wat gebeurt er daarna? De derde.
Wijkbewoners vertellen me dat zij van niets wisten.
Hoe is dat mogelijk? De vierde.
Hier ontstaat het journalistieke verhaal.
Er is iets in de straat veranderd. Dat riekt al naar nieuws. Letterlijk.
Is dit nu negatief of positief?
Voor de bewoners negatief, de bomen verdwijnen en ze weten van niets.
Voor de gemeente negatief, er is kritiek van de bewoners.
Waar zit het positieve?
De veiligheid wordt gewaarborgd omdat de zieke essen uit het niets dreigen om te vallen.
Er komen nieuwe bomen die resistent zijn tegen ziektes.
Positieve bijvangst is dat de bewoners boos zijn. Ze zijn betrokken bij de wijk en willen dat iedereen van hun bomen afblijft.
Weerwoord wordt gevraagd aan de gemeente en aan de bomendeskundige.
En het verhaal is wel rond.
De bewoners blijven boos omdat de bomen worden gekapt.
Duidelijk is dat er dus iets in het voortraject fout is gegaan.
De communicatie.
In Almere Haven gebeurde het onlangs dat een deel van de bewoners de brief voor de informatie-avond over groenonderhoud ná de informatie-avond in de bus kregen.
Als ik dit in de krant zet, is de gemeente boos. Negatief bericht.
De bewoners worden bevestigd in hun onvrede.
Ik zou nu in de krant kunnen melden dat er een conflict is en kom niet met een oplossing.
Zo’n artikel schiet niet op in de beleving van de mevrouw die belde.
Ik heb het overigens ook niet geschreven.
Misschien dat ik de mevrouw tevreden kan stellen door te schrijven hoe de gemeente de communicatie gaat verbeteren, waar de bewoners op kunnen vertrouwen en dat er lessen zijn geleerd.
Zo’n telefoontje van de lezer is waardevol voor me.
Er ontstaat bij mij reflectie.
U bent uitgenodigd.
Zet me aan het denken.
En mijn nadenken is altijd gebaseerd op meerdere aangedragen argumenten.
Dat weer wel.