“Ik zou hier graag willen zitten”, zeg ik tegen kortrokje dat op de gereserveerde persplekken zit bij de politieke markt.
Zij is beleidsmedewerkster van de wethouder.
De plekken worden door de griffie gereserveerd voor de pers. Twee collegestoeltjes met een handig klaptafeltje om op te schrijven.
“Moet hij hier ook zitten?”, wijst kortrokje op de scholier die ik bij me heb voor een snuffelstage.
Ik kijk haar meewarig aan.
Ze vertegenwoordigt nota bene de wethouder van onderwijs.
“Natuurlijk”, zeg ik, “hij is met mij mee.”
Ze twijfelt.
“Nou, dan ga ik wel weg”, zeg ik.
Ajax is op tv en dat is een mooi alternatief.
Ze staat zuchtend op en kiest een stoeltje naast me.
Ook al niet handig als de wethouder het pittig krijgt. Ik maak dan toch cryptischer mijn aantekeningen, voor als ze meeleest.
“Neem volgende keer een eigen bureautje mee”, word ik nog cynisch.
Kortrokje heeft een kleine computer op haar panty’s.
En begint vol overgave bij het debat te typen. Af en toe non-verbaal met de wethouder communicerend.
Wat op zich opmerkelijk is.
Ik schrijf de achterkant van de advertenties vol in de krant.
Maar dat is altijd nog beter dan de tiepmiep van de wethouder te zijn.