Vlak bij onze flat aan de Boomgaardweg is ieder jaar een vrolijk veld pinksterbloemen te bewonderen. Zelfs de gemeente vond dit veld wel aardig, want er werd altijd blijgeestig omheen gemaaid. Het veld bleef jaren in alle pracht overeind.
Maar dit jaar… wham, volle kracht vooruit moet Meindert in zijn gemeentelijke motormaaierbolide gedacht hebben. ‘Wat een ontzettend lelijke bloemetjes. Afzichtelijk onkruid!’ Om vervolgens in bijna blinde woede met zijn vlijmscherpe messen in cirkels draaiend de bloemenzee een kopje kleiner te maken. Tevreden draait Meindert daarna zijn sjekkie. Opzouten met die kutbloemen.
Ik weet het, ik schaar mij nu onder de facebookschreeuwers over de kaalslag in Almere (vandaag overigens op de fiets door lommerrijke bossen al mijn journalistieke klussen bezocht). Maar het blijft zonde van de bloemetjes. ‘Wat nou, bijenlint’, dacht ik nog treurig.
En Meindert… hihaaaa, hoor ik hem schreeuwen op het volgende bloemenveld, denkend aan zijn eigen geasfalteerde tuintje waar zijn Miepie straks klaar zal staan met een pilsie.