We staan met de oude, ronkende, rokende camper op de stadscamping van de Duitse stad Trier.
De oude keizersstad ligt op loopafstand.
Ik verheug me op de Bratwurst mit Sauerkraut und drei Bier vom Fass.
’s Middags na de aankomst op de camping drinken we al vast in met het bier van de Aldi. We nemen voor dit doel altijd een paar trays mee in het bagagecompartiment van de camper.
Net als een mud aardappelen die mijn vrouw Jessica altijd inkoopt.
De camping is rustig.
Totdat er drie auto’s de camping opdraaien.
De uitlaten maken een herrie alsof we op de Nürburgring zitten, het racecircuit van Duitsland.
Twaalf jongeren met petjes stappen schreeuwend uit.
“Nee he”, kreunt mijn vrouw Jessica.
Vier tentjes worden opgezet op nog geen 15 meter van onze camper.
Een boombox wordt op tafel gezet en horen en zien vergaat.
Even later vertrekken ze met de auto.
Om een uur later terug te keren met 8 kratten bier.
De boombox gaat weer aan.
“Dat wordt vannacht niet slapen”, zegt Jessica.
Zwijgend beginnen de we de camper weer in te laden.