Ik hoor het in de verte.
Gejuich uit het Yanmarstadion van de voetbalclub Almere City FC.
Op Teletekst zie ik dat de club vlak voor tijd de derde periodetitel veiligstelt tegen Jong FC Utrecht.
“We zijn periodekampioen. Nu worden we een echt een grote stad”, roep vanuit mijn werkkamertje naar mijn vrouw Jessica. “Eerst effe de play-offs winnen, dan naar de eredivisie en dan… hop Europa in.”
Ooit las ik een artikel van een Utrechtse hoogleraar over betaald voetbalclub Willem II uit Tilburg. Hij stelde dat die club essentieel was voor het bedrijfsleven van Tilburg en dat de club van groot belang was voor de sociale cohesie in die stad.
Op Facebook zag ik een foto van alle wethouders van Almere die juichten voor het beslissende doelpunt van Almere City FC tegen Jong Utrecht.
Ooit hield Leefbaar Almere de gemeentelijke subsidie tegen voor FC Omniworld, de voorloper van Almere City FC.
Maar nu zie ik wethouder Kees Ahles van leefbaar Almere op de foto helemaal uit zijn dak gaan.
Hij is wethouder van Financiën.
Ik zou zeggen… trek nu maar eens de gemeentelijke portemonnee voor de trots van 036.
Dan wordt het volgend jaar voor 010 hier een smadelijke nederlaag.