Ik vind dat ik een goed parkeerder ben.
Tot afgelopen vrijdag.
Toen reed ik bij het inparkeren zomaar een buitenspiegel van een naast mij geparkeerde auto eraf.
Krak!
En een hartgrondige vloek.
Ik zette mijn auto recht en stapte met een opschrijfboekje in de hand uit om een briefje met mijn gegevens achter de ruitenwisser te doen.
“Blijven staan jij!”, schreeuwde een man heftig gebarend naar me.
Hij keek me aan alsof ik een vuilnisbak was.
“Ik maak al een briefje”, probeer ik hem gerust te stellen.
“Dat is je geraden, want anders ben je van mij”, dreigt hij.
Een vriendelijke dame komt aangewandeld.
De eigenaresse van de auto.
“Fijn dat je bent blijven staan”, zegt ze glimlachend.
“We gaan het regelen”, antwoord ik.
De volgende ochtend zit ik bij haar thuis om de papieren in te vullen.
Voor de zekerheid ben ik op de fiets gegaan.
Het werd een gezellig ochtendje bij haar thuis.
Alles hebben we geregeld.
Ik was best tevreden over mezelf.
En over die aardige mevrouw natuurlijk.
En die schreeuwerd?
Hij zat thuis vast meteen op Facebook.
Zo’n figuur was hij wel.