Dit jaar hebben we de oude, rokende dieselcamper in de stalling laten staan.
We zijn op vakantie met de Skoda naar Frankrijk, met de tent.
Fietsen op de drager.
Doodkist op dak.
Die tent is een risicofactortje.
Die is al 20 jaar oud.
We vinden een plekje op een camping bij Amiens.
Na tien minuten wordt de stemming narrig.
Noch mijn vrouw Jessica noch ik weten hoe de koepeltent opgezet moet worden.
“Er ontbreken stokken”, roept Jessica.
“Kan niet, de tent moet met deze twee stokken opgezet”, zeg ik.
We knutselen een half uur verder.
De kampeerders rondom ons zijn er eens goed voor gaan zitten.
Een echtelijke ruzie over het tent opzetten is het hoogtepunt van dag.
We staan dus grof voor lul.
Ik ben inderdaad niet zo handig.
Als ik alleen al naar een stuk hout kijk, trekt het krom.
Na drie kwartier staat hij eindelijk.
Kort daarop begint het te stortregenen.
En ja hoor, de tent lekt en het grondzeil drenst door.
Mijn vrouw Jessica en ik kijken zwijgend ieder een andere kant op.
Om een echtelijk handgemeen te voorkomen.