Lekken

door | 18 april 2020 | Columns

Oei.
Heisa op het stadhuis.
De krant bracht de cijfers naar buiten over de financiële tekorten die dreigen voor Almere.
De cijfers waren door de wethouder gemeld tijdens een geheim fractievoorzittersoverleg.
Nu de gemeente alle luiken heeft dicht gegooid, sijpelt het nieuws natuurlijk toch door de kieren naar buiten.
En dat publiceren we. Als er twee bronnen hard zijn.
Tot grote woede van raadsleden en gemeente.
Mijn telefoon en app ontploften zowat met hen aan de lijn.
Iedereen wilde weten wie er naar mij gelekt had.
Barbertje moest hangen.
De druk werd behoorlijk op me opgevoerd.
“Ja, maar het is voor ons heel belangrijk als we weten wie er lekt.”
“Je loopt de fractievoorzitters voor de voeten.”
“Degene die gelekt heeft, kan een boete krijgen en gevangenisstraf. En jij schrijft het op. Dus jij bent ook schuldig.”
Mijn standaardantwoord is in dit soort situaties altijd:
“Ik neem mijn bronnen mee mijn graf in.”
Daarna proberen ze me nogmaals tot een antwoord te verleiden.
“Maar tegen mij kan je het toch wel zeggen…”
Nee dus.
Waarna ik het gesprek beëindig met:
“Op mijn grafsteen komt te staan: ‘Hier ligt Robert in de grond, ook daar houdt hij zijn mond’.”