Telefoon

door | 16 december 2019 | Columns

Het is aardedonker langs het parkeerterrein bij behandelcentrum De Meregaard in Parkwijk.
Bij de school de Bongerd staat de gebruikelijke groep hangjongeren.
Er klinkt iets dat op muziek lijkt.
Op het parkeerterrein staan zoals altijd de dealers in een donkere auto.
Tenminste ik denk dat het dealers zijn, want ze krijgen vaak bezoek van andere auto’s en dan gaan de portierramen vlak naast elkaar naar beneden en dan vertrekt de bezoeker weer snel.
Toch voel ik mij niet onveilig.
Want ik laat er mijn grote hond Boike uit.
Plots stopt een brommer naast me.
Twee donkere petjes kijken me aan.
Boike zit te kakken.
Het is koud, dus de drol rookt mooi.
De petjes kijken me zwijgend aan.
“Goedenavond, heren’, groet ik.
Ze nemen me zwijgend op.
Maar dan komt Boike in actie.
Ik kan hem nog net wegtrekken.
De petjes kijken mij vies aan, en scheuren weg.
“Je zoekt het ook zelf op”, zegt mijn vrouw Jessica als ik thuis ben. “Ga daar dan ook niet lopen. Loop dan ergens anders.”
“Bij de school het Zonnewiel staan ’s avonds ook altijd dealers”, zeg ik.
“Neem dan in ieder geval je telefoon mee”, zegt Jessica.
“Die neem ik ’s avonds juist nooit mee”, zeg ik. “Voorzorgsmaatregelen.”