Achter de verwarming bij mij thuis staat een groot karton.
Vorige week bij het stofzuigen – ja ja – kwam ik het tegen.
Er zitten twee grote artikelen op geplakt. En twee columns.
Waaronder mijn eerste.
Dinsdag 12 mei 1998 voor het Dagblad van Almere.
En de eerste voor de Gooi- en Eemlander van 4 december 1999.
Al snel schreef ik vier columns per week voor die kanten.
Ik realiseerde me bij het stofzuigen dat ik al 25 jaar columns schrijf in Almere.
De kop van het aankondigende artikel in het Dagblad van Almere was: ‘Gewoon lekker jennen, fantastisch’
Onze illustere hoofdredacteur Cor van Mulligen van het Dagblad van Almere zei 12 mei 1998: “Ik wil dat de helft van de lezers voor je is, en de andere helft tegen je. Ik wil boze opzeggingen.”
Dat laatste lukte.
Vooral van vrouwelijke abonnees.
In het begeleidende artikel zeg ik: “Almere is een gemaakte en mislukte stad.”
Dat was 1998.
Nu, 25 jaar later kom ik op dat laatste terug.
Ja, er gaat nog veel fout, en dat mag 103 miljoen euro kosten.
Maar terug naar mijn geboortestad Amsterdam?
Nooit.