Canta

door | 4 mei 2018 | Columns

Een hels kabaal.
Ik word op het fietspad in Filmwijk ingehaald door een zwaar opgevoerde Canta.
U weet wel, zo’n invalidenwagentje waar doorgaans twee veel te dikke mensen in samengepropt zitten.
Ook in dit geval lijkt er spanning te staan op beide portieren.
Bij het gezondheidscentrum gaat de Canta vol gas door de bocht.
Ik wacht, nee… hoop op kapseizen.
Maar dan gaat het met volle snelheid het voetpad op.
Ik hoop op een motoragent.
Thuis vertel ik dat ik hevig teleurgesteld was.
Er werd niet gekapseisd, niet bekeurd.
“Ze moeten daar wat aan doen”, knikt mijn vrouw Jessica. “Ik het centrum word je ook altijd van de sokken gereden door die corpulente bejaarden in hun elektrische karretjes. Levensgevaarlijk.”
“Je moet er dan wat van zeggen”, brom ik.
“Deed ik laatst”, zegt Jessica. “Kreeg ik de volle laag. Dat ik discrimineerde, dat ze het recht hadden daar te rijden.”
“Ze zitten tegenwoordig ook op elektrische fietsen”, zeg ik. “Uit de cijfers blijkt dat ze zich tegenwoordig veel vaker dood rijden.”
“Ja, en ook allemaal een dikke reet”, zegt Jessica. “Daar zal het hem wil in zitten. Daar zit hun verstand.”